Wat een kind vandaag met hulp kan, kan het morgen zelf (Vygotski).

Een kind ontwikkelt voldoende zelfvertrouwen als er sprake is van een gevoel van competentie (ik kan het). Het kind kan zijn mogelijkheden realistisch inschatten.

Als professional speel je in op datgene wat een kind al kan. Vervolgens creëer je kansen en mogelijkheden waarin een kind nieuwe vaardigheden ontwikkelt. Eerst oefen je dit met hulp en later kan het kind het zelf.

De onderstaande activiteiten kun je met kinderen individueel doen, maar ook goed samen met ouders. Thema’s waarin het kind samen met ouders oefenen kunnen dan zijn:
– Hulp vragen en hulp accepteren
– Ruimte geven om te ontdekken en experimenteren
– Problemen oplossen (en wie lost dan het probleem op en is dit passend bij de mogelijkheden van het kind?)

In dit filmpje staan twee werkvormen die het kind helpen om meer inzicht te krijgen in zijn kwaliteiten.
Het draagt bij aan:
– Het vergroten van zelfvertrouwen
– Feedback vragen
– Stilstaan bij jezelf
– Complimenten ontvangen.

Mocht het erg ingewikkeld zijn voor het kind om wat te bedenken gebruik dan het kwaliteitenspel.
In dit spel zitten kaarten met verschillende kwaliteiten. Het kind kan ze dan uitzoeken i.p.v. zelf bedenken.
Eventueel kan je zelf die kaartjes ook maken.

Competentie 

Werkvormen die bijdragen aan het vergroten van competentie en het opdoen van succeservaringen. 

Extra werkvormen zelfvertrouwen
(metafoor, ankertje, werkvorm en variaties)

Via deze metafoor en werkvorm kan je werken aan bijvoorbeeld onderstaande doelen:

  • Stimuleren van eigenheid en zelfvertrouwen
  • Stimuleren van ontspanning en creativiteit
  • Stimuleren van sensorische ontwikkeling
  • Focussen
  • Versterken van basisveiligheid d.m.v. verhaal en ankertje